PROs worden bij ViaSana fanatiek verzameld. “We wilden onze verzameling van PROs in kaart brengen en optimaliseren: wat doen we nu precies?”, vertelt Yvette. “Hiervoor hebben we het percentage patiënten dat vragenlijsten invulde (het responspercentage) tegenover de kosten van verzamelen gezet. De volgende stap was: welke kosten vinden we te rechtvaardigen? In een tweede studie hebben we gekeken: hoeveel patiënten moeten een vragenlijst invullen om een goed beeld te krijgen van de kwaliteit van zorg? Wanneer data wordt verzameld, dient het natuurlijk ook gebruikt te worden voor het bedachte doel. Op dit vlak hebben we meerdere studies gedaan. Zo hebben we gekeken of het landelijke doel voor orthopedie behaald is: uitkomsten evalueren en daarmee de zorg verbeteren. Je verwacht dan dat met de jaren die uitkomsten verbeteren. ViaSana heeft eigen data, maar het liefst geef je dat antwoord op basis van landelijke data. Via Zorginzicht is het mogelijk kwaliteitsgegevens te raadplegen van indicatoren die op de Transparantiekalender staan (deze kalender geeft aan wanneer welke kwaliteitsinformatie landelijk aangeleverd moet worden. Welke informatie dat is bepalen de beroepsgroep, patiëntenorganisatie en zorgaanbieders, red). Daarnaast hebben we in vier prakijkvoorbeelden bekeken of PROs kunnen helpen de zorg te verbeteren.”
PROs verzamelen
Wat betreft het onderzoek naar het verzamelen van patiëntgerapporteerde uitkomsten, heeft ViaSana momenteel alleen zicht op het eigen stuk. Yvette: “Wanneer we alleen een geautomatiseerd verzamelsysteem gebruiken, zagen we dat 50 procent van de heup- en knieprothesepatiënten op meerdere momenten netjes een vragenlijst invulden. Extra handelingen, zoals het corrigeren op verkeerde e-mailadressen of het toesturen van papieren vragenlijsten, leverden een respons van 90 procent op. Die handelingen kosten zes euro per patiënt meer. Met meer dan 1300 protheses per jaar kan dat bedrag flink oplopen. We hebben doorgerekend of die zes euro te rechtvaardigen is: hoeveel patiënten moeten de vragenlijst invullen? Om een goed beeld te kunnen schetsen van de kwaliteit van zorg, moet 60 procent van de patiënten de vragenlijst op twee momenten in het traject invullen. Vertaal je die 60 procent naar de manieren van verzamelen, dan is enkel geautomatiseerd digitale vragenlijsten uitsturen niet voldoende.”
PROs gebruiken
Hoe succesvol zorginstellingen zijn in het verzamelen van patiëntgerapporteerde uitkomsten, verschilt sterk, vertelt Yvette. “Sommige instellingen halen netjes de 1 procent, dan voldoe je aan de verplichting, omdat het een kwaliteitsindicator is.. Anderen halen een responspercentage van 90 procent. De spreiding is enorm. Wat we vooral shockerend vonden, is dat maar 16 procent van de zorginstellingen het geadviseerde responspercentage van 60 procent haalt. Dat betekent in principe dat slechts 16 procent van de zorginstellingen hun zorg goed kan evalueren. De rest heeft werk aan de winkel! We kunnen daarom ook niets zeggen over het behalen van het gestelde doel in Nederland - het evalueren en het verbeteren van zorg met deze uitkomstmaten. De datakwaliteit is daar te laag voor.”
Praktijkvoorbeelden
Los van het toetsen van het landelijk doel zijn er bij ViaSana een aantal praktijkvoorbeelden onder de loep genomen. Yvette: “Neem patiënten met een nieuwe knie. Zij hebben in de eerste periode best wel wat pijn. Normaal gesproken krijgen zij van de zorgverlener mondeling advies en informatiefolders mee. Die informatie hebben wij vertaald naar een app, waarin we de vraag stelden: hoeveel pijn heeft u? Afhankelijk van de door patiënten gerapporteerde pijn, kregen zij advies hoe ermee om te gaan. Deze app verlaagde het opiaten gebruik en bij dagelijks gebruik ook de pijn. Wij hebben die uitkomst vervolgens gebruikt voor het verbeteren van onze dagelijkse zorg: het implementeren van deze app om patiënten beter te kunnen begeleiden in hun pijn.” Een tweede voorbeeld is welk type halveknieprothese-implantaat ze het beste konden gebruiken. “We zagen dat voor de twee meest gebruikte types in Nederland het revisiepercentage en het aantal jaren dat zo’n prothese mee gaat gelijk zijn. Over of patiënten verschil in resultaten, zoals pijn, ervaarden, was weinig bekend. We hebben daarom de patiëntgerapporteerde uitkomstmaten van de twee implantaten met elkaar vergeleken en gekeken naar de voorkeur van de patiënt. Wat blijkt, het maakt voor de patiënt niet uit: beide type implantaten scoorden hoog en gelijk. Waardevolle kennis om o.a. mee te nemen in het samen beslissen in de spreekkamer. Maar ook waardevol om zorg betaalbaar te houden, er zit een aardig prijsverschil tussen de implantaten.”
Adviezen
Yvette heeft naar aanleiding van haar onderzoek adviezen geformuleerd voor zorginstellingen, maar ook voor wetenschappelijke partijen, zoals de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV). “De adviezen gaan over het verhogen van je responspercentage. Als je het verzamelen van PROs in je dagelijkse praktijk meeneemt, zorgt dat voor een hoger responspercentage. Daarbij moet je vragenlijsten op meerdere manieren aanbieden. Daarnaast adviseren we de NOV om deze patiëntgerapporteerde uitkomsten mee te nemen in hun onderzoeken en daarover het gesprek aan te gaan met zorginstellingen. We hopen dat daarmee het percentage omhoog gaat.”
Verder roept Yvette andere zorginstellingen, die dankzij PROs gebruik ook hun zorg hebben verbeterd, op om hun voorbeelden te delen. Dat gaat anderen helpen de PROs op een andere manier te gebruiken of überhaupt het nut van PROs in te zien. Als je het nut ervan inziet, ga je het beter verzamelen én gebruiken en daarmee kun je de zorg echt verbeteren.”